Aanpassingsvermogen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Aanpassingsvermogen of adaptiviteit is het vermogen van individuele organismen en samenlevingen om te veranderen dan wel hun vermogen tot zelforganisatie. Dit heeft betrekking op de mate waarin zij kunnen reageren op veranderde omstandigheden van buitenaf die de wisselwerking beïnvloeden, ofwel het zich kunnen instellen op gewijzigde eisen en omstandigheden in het milieu.
Opportunisme houdt nauw verband met adaptiviteit, net als sensitivering en het tegenovergestelde hiervan, habituatie. Concrete voorbeelden van adaptiviteit zijn culturele assimilatie, assimilatie in psychologische zin, psychologische compensatie, reacties op stressfactoren, supercompensatie en acclimatisatie.
Adaptiviteit wordt vooral onderzocht in de ethologie, de experimentele psychologie en de sociologie. Daarnaast worden adaptiviteitsmodellen toegepast in andere disciplines zoals de bedrijfswetenschap, de bionica, de adaptronica en de cognitiewetenschap.