El escorpión
traptechniek in voetbal en vechtsport / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
El escorpión of de scorpionkick[1] in het voetbal is een beweging waarbij de bal getrapt wordt door omhoog en naar voren te springen en de bal met de hak, de voetzool of de achterkant van de voet te schieten, over of langs het eigen lichaam heen. De naam betekent schorpioentrap en duidt op de omhooggaande beweging van been en voet, die aan de staart van een dreigende schorpioen doet denken.
De uitvinder: spits Arsenio Erico in de jaren dertig |
De naamgever: keeper René Higuita in 2007 |
De techniek kan staand uitgevoerd worden, maar ook vallend of met een zweefduik, wat een soort omgekeerde omhaal oplevert, waarbij de speler niet achterover maar voorover draait. De schorpioen wordt verdedigend en aanvallend gebruikt, veelal in de buurt van het doel, maar voor een geslaagde schorpioen is een groot atletisch vermogen en veel geluk nodig. Daardoor komt deze techniek zelden voor, in 1934 voor het eerst. In de jaren 1990 kreeg de schorpioen meer bekendheid.
Bij verdediging in de doelmond kan de keeper of veldspeler deze techniek gebruiken met de rug naar het doel. De bal wordt dan voor de doellijn gestopt door voorover te springen en de bal achter het lichaam omhoog te schieten. Aanvallers gebruiken de 'schorpioen' met het gezicht naar het doel.