Jaime Sin
Filipijns rooms-katholieke kardinaal en aartsbisschop van Manilla / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Jaime Lachica Sin (New Washington, 31 augustus 1928 – Manilla, 21 juni 2005) was een Filipijns kardinaal en aartsbisschop van Manilla.
Jaime Lachica Kardinaal Sin | ||||
---|---|---|---|---|
Sin in 1988 | ||||
Kardinaal van de Rooms-Katholieke Kerk | ||||
Rang | kardinaal-priester | |||
Titelkerk | Santa Maria ai Monti | |||
Creatie | ||||
Gecreëerd door | Paulus VI | |||
Consistorie | 24 mei 1976 | |||
Kerkelijke carrière | ||||
1977-1981 | President van de CBCP | |||
1974-2003 | Aartsbisschop van Manilla | |||
1972-1974 | Aartsbisschop van Jaro | |||
1972-1972 | Aartsbisschop-coadjutor van Jaro | |||
1967-1972 | Hulpbisschop van Jaro | |||
1957-1967 | Rector St. Pius X- seminarie | |||
The Cardinals of the Holy Roman Church - Biographical Dictionary | ||||
|
Sin werkte na zijn priesterwijding in 1954 als missionaris in de bergdorpen van Panay en was aansluitend tien jaar rector van het St. Pius X-seminarie in Roxas. In 1967 werd Sin tot bisschop gewijd en assisteerde hij aartsbisschop Jose Maria Cuenco bij het leiden van het aartsbisdom van Jaro. Na het overlijden van Cuenco in 1972 werd Sin benoemd tot diens opvolger. Twee jaar later volgde een benoeming tot aartsbisschop van Manilla. Hij was daarmee de facto de geestelijk leider van de Rooms-Katholieke Kerk in de Filipijnen. In 1976 werd hij door paus Paulus VI tot kardinaal gecreëerd. Gedurende zijn periode als aartsbisschop van Manilla stelde hij zich steeds kritischer op ten opzichte van het dictatoriale bewind van president Ferdinand Marcos. In 1986 speelde Sin een cruciale rol bij de val van Marcos tijdens de EDSA-revolutie. Ook na het herstel van de democratie bleef hij zich bemoeien met de politiek in de Filipijnen. Zo bekritiseerde hij progressieve wetsvoorstellen over anticonceptie en scheiding. In 2001 was Sin opnieuw betrokken bij de val van een Filipijnse president. In januari van dat jaar zag Joseph Estrada zich gedwongen om terug te treden wegens beschuldigingen van corruptie en machtsmisbruik. Twee jaar na zijn pensionering in 2003 kwam Sin te overlijden. Hij kreeg een staatsbegrafenis, waarna zijn stoffelijk overschot werd bijgezet in de kathedraal van Manilla.