Huis Lobkowicz
adellijke familie / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Lobkowicz, ook gespeld Lobkowitz, Lobkovic, is een van oorsprong Boheems adellijk geslacht. Een tak van de familie behoort thans tot de Belgische adel.
Prinselijk Huis von Lobkowicz | ||
---|---|---|
Wapenspreuk | Popel gsem a popel Budu Stof ben ik, stof zal ik blijven | |
Verheffing | inlijving 12 februari 1958 | |
Fons honorum | Boudewijn van België | |
Stamvader | Prins Ladislas de Lobkowicz | |
Etniciteit | Boheems-Belgisch | |
Hoofdtak | Huis de Lobkowicz |
Het geslacht heette oorspronkelijk Popel (Duits: Asche), maar noemde zich na het verwerven van heerlijkheid en burcht Lobkovic in 1407 Lobkovic (Duits: Lobkowitz; Tsjechisch: Lobkowicz). In 1459 werden Mikuláš Chudý (Nicolaas de Arme), een van de invloedrijkste personen in Bohemen, en zijn broer Jan in de baronnenstand verheven. Veel telgen uit het geslacht namen dienst bij de Habsburgers en daardoor kregen de Lobkowicz ook in Oostenrijk voet aan de grond.
Op 17 augustus 1624 werd Zdenko Adalbert in de rijksvorstenstand opgenomen. Op 23 augustus 1641 werd de heerlijkheid Neustadt tot vorstelijk graafschap Störnstein verheven. Op 9 juli 1646 werd het hertogdom Sagan in Silezië verworven, dat in 1785 verkocht werd. Op 30 juni 1653 kreeg de vorst van Lobkowitz een zetel in de raad van vorsten van de Rijksdag.