Stemming van Pythagoras
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
In de muziekleer is de stemming van Pythagoras een muzikale stemming gebaseerd op de reine kwint, dus de kwint met toonhoogteverhouding 2:3. Deze kwint is na het octaaf het meest consonante interval, vanwege de eenvoudige toonhoogteverhouding. Achtereenvolgende kwinten leiden tot verhoudingen 8:9 voor de hele toonafstand en door omkering ook 3:4 voor de kwart. Beginnend met de stamtoon F geven opeenvolgende reine kwinten de reeks stamtonen
- F — C — G — D — A — E — B
met frequentieverhoudingen ten opzichte van de toon C (tussen haakjes staan de toonhoogteverhoudingen binnen het octaaf, verkregen door de oorspronkelijke toon over een of meer octaven te verhogen of te verlagen):
- F = 2/3 (gereduceerd: 2/3 × 2 = 4/3)
- C = 1
- G = 3/2
- D = 9/4 (gereduceerd: 9/4 : 2 = 9/8)
- A = 27/8 (gereduceerd: 27/8 : 2 = 27/16)
- E = 81/16 (gereduceerd: 81/16 : 4 = 81/64)
- B = 243/32 (gereduceerd: 243/32 : 4 = 243/128)
Deze (gereduceerde) stamtonen vormen een diatonische toonladder van C:
- C — D — E — F — G — A — B — C
waarin alle hele toonafstanden gelijk zijn aan 9/8 en de beide halve toonafstanden 256/243.