Sonnet 12
literair werk van William Shakespeare / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Sonnet 12 maakt deel uit van de sonnetten van Shakespeare die voor de eerste keer in 1609 werden gepubliceerd. Het is het twaalfde uit de reeks van 17 sonnetten van Shakespeare die in het Engels de procreation sonnets (letterlijk: voortplantings-sonnetten) worden genoemd. Ze zijn geschreven voor een jongeman, en raden hem dringend aan snel te gaan trouwen en kinderen te krijgen, zodat hij zijn schoonheid kan doorgeven aan de volgende generatie.
In Sonnet 12 wordt stilgestaan bij de vergankelijkheid, met typische symbolen als de klok, een verflenste bloem, een kale boom, herfst, enzovoort. Aan het begin van het derde kwatrijn is er een volta: de dichter bekent dat ook de jonge man aan wie het gedicht gericht is, met de tijd zal vergaan. De enige manier om dat proces tegen te gaan, suggereert de dichter in de twee laatste regels, is door zich voort te planten.