Stekken
manier om een plant te vermeerderen / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Stekken is een van de vegetatieve vermeerderingswijzen van planten, waarbij een deel van de plant wordt geknipt of gesneden met als doel daaruit een nieuwe plant te kweken. De stek initieert de wortel- of scheutproductie uit secundaire meristematische cambiumcellen of intercalaire meristematische cellen. Dit verklaart waarom zo'n basale 'verwonding' van stekken de wortelvorming vaak bevordert.[1]
Afhankelijk van de soort zijn bepaalde plantendelen het meest geschikt om te stekken, bijvoorbeeld, stengels, takken, wortels of bladeren. De meeste planten kunnen op meerdere manieren gestekt worden. De wijze van stekken is afhankelijk van de soort en het gebruikte deel van de plant.
Het groeiproces van de wortels kan eventueel gestimuleerd worden met plantenhormonen. Hiervoor kan stekpoeder gebruikt worden, dat vermengd moet worden met de grond of het water waar de stek in groeit. Er kan ook een stek bij geplaatst worden van een plant die veel groeihormonen afgeeft, zoals wilg, Tradescantia of siernetel. De oorspronkelijke stek, die zelf niet zo veel groeihormonen maakt, kan dan gebruikmaken van het overschot aan groeihormonen van de bijgeplaatste stek. Er is ook 'stekaarde' verkrijgbaar, waarbij de potgrond geoptimaliseerd is voor het laten wortelen van stekken. Aan deze stekaarde zijn groeihormonen toegevoegd en vaak is de samenstelling ook fijner van structuur dan bij gewone potgrond.