ADFGX-cijfer
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het ADFGX-cijfer was tijdens de Eerste Wereldoorlog het handcijfer dat door de Duitse veldofficier Erich Ludendorff voor het Lenteoffensief in Frankrijk in 1918 werd gebruikt. Het cijfer werd door luitenant[1] Fritz Nebel (1891–1977)[2] bedacht. Dit cijfer combineerde fractionering van een Polybiusvierkant, met een enkelvoudige transpositie. Men koos voor de letters ADFGX omdat deze in morsecode zeer duidelijk zijn te onderscheiden. Tijdens het offensief ontstond een variant die de letter V toevoegde: ADFGVX.
De ADFGX-variant werd ingevoerd op 5 maart 1918, net voor het grote offensief dat begon op 21 maart. Men had een nieuw cijfer nodig om het verrassingseffect te behouden, en men koos voor het ADFGX-cijfer omdat het onbreekbaar werd geacht. De cryptoanalist Georges Painvin van het Franse Bureau du Chiffre slaagde er op 6 april 1918 in een bericht in de ADFGX-variant te breken. Painvin kreeg op 1 juni 1918 het eerste bericht in de 6-letterige variant ADFGVX onder ogen en brak met de tot dan toe opgedane kennis het bericht al op 2 juni. De Fransen kregen hierdoor een aanzienlijk strategisch voordeel en wisten de Duitsers in een slag op 9 juni terug te dringen. Dat betekende een keerpunt in het offensief. Het breken van de versleuteling werd tot 1966 officieel geheimgehouden.