Ad Duodecimum
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Ad Duodecimum (vertaald: bij de twaalfde) was een Romeinse nederzetting in de provincie Neder-Germanië (Germania Inferior) aan de heerweg van Noviomagus (Nijmegen) naar Lugdunum Batavorum (Katwijk-Brittenburg). Ad Duodecimum wordt vermeld in de Historiae van de Romeinse geschiedschrijver Tacitus, en staat ook vermeld op de Peutingerkaart tussen Grinnes (Rossum?) en Noviomagus.
De Peutingerkaart geeft naar alle waarschijnlijkheid de situatie weer in de vroege 3e eeuw na Chr., toen er een heerweg liep vanaf Nijmegen, hoofdstad van de civitas Batavorum (het stamgebied der Bataven) naar Forum Hadriani, de hoofdstad van de Cananefaatse civitas, en vandaar naar de meest westelijke nederzetting aan de Rijn, Lugdunum Batavorum. Deze heerweg volgde grotendeels de loop van Waal en Maas, die op de Peutingerkaart als één rivier worden weergegeven met de naam Patabus (een verschrijving van Batavus). Ad Duodecimum was een van de pleisterplaatsen langs deze weg, op een afstand van 18 Gallische mijl (ca. 40 km) van Noviomagus en 6 (ca. 13 km) vanaf Grinnes. Mogelijk was Ad Duodecimum een baanpost (statio): een officiële Romeinse halteplaats waar koeriers of reizigers konden eten, baden, overnachten en van paard kon worden gewisseld.