Alawieten
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De alawieten of alavieten (Arabisch: alawieten/علوي) (vroeger ook noesairi's) vormen een geloofsgemeenschap die voortgekomen is uit een afsplitsing van de sjiitische islam. Alawieten wonen verspreid in Noordwest-Syrië, Turkije (Hatay, Mersin, Tarsus, Adana en andere Turkse steden) en Libanon. In Turkije staan zij bekend als 'Arap-Alevi' (Arabische alevieten), vanwege hun etnische achtergrond en om onderscheid te maken tussen de Turkse alevieten en Koerdische alevieten zaza. De alawieten geloven dat de Twaalf Imams de enige rechtmatige opvolgers van Mohammed zijn, net als Mozes en Jezus ook hun twaalf apostelen gehad zouden hebben. Het alawitisme is een stroming die door Muhammad ibn Nusayr werd gesticht, een leerling van de 10e Imam en 11e Imam (vandaar de term Nusayri). Veel religieuze leiders claimen echter dat het door Hossein ibn Hamdan Khasibi (gest. 957 of 968 te Aleppo) werd gesticht. De alawitische stroming kent duizenden heiligdommen in het zuiden van Turkije, echter erkent de Turkse regering deze niet als publieke gebedshuizen. Het bekendste heiligdom is wellicht de ElKhidr [in Samandağ]. Ook in het noordwesten van Syrië bevinden zich vele heiligdommen.
Geloof | |
---|---|
Eenheid van God · Profeten Gezonden geschriften Engelen · Dag des Oordeels | |
Praktiseren | |
Getuigenis · Gebed · Vasten Liefdadigheid · Pelgrimstocht | |
Stromingen | |
Soennisme · Sjiisme · Ahmadiyya Kharidjisme · Soefisme · Koranisme | |
Teksten en wetten | |
Feest- en gedenkdagen | |
Asjoera · Suikerfeest | |
Cultuur en samenleving | |
Architectuur · Kunst Moskeeën · Studies | |
portaal Islam |
Alawieten zijn als minderheid eeuwenlang vervolgd door soennitische islamitische heersers (zoals kaliefen en sultans); de dertiende-eeuwse rechtsgeleerde Ibn Taymiyya sprak een gewelddadige fatwa uit waarna het halal werd bevonden om alawieten te doden en hun bezittingen afhandig te maken. Hun politieke emancipatie begon vlak na de Eerste Wereldoorlog, waarin zij vele offers en steun aan het Osmaanse leger hadden gegeven bij de veldslagen tegen Britse en Franse mogendheden, maar uiteindelijk gewantrouwd en onbeschermd werden en op zichzelf waren aangewezen. Deze wantrouw had te maken met de Arabische onafhankelijkheidsbeweging die begon in Groot-Syrië en die door de Turkse verzetsbeweging beschouwd werd als ‘verraad’. Te midden van het oorlogsgeweld en chaos werden de Arabische alawieten in Cilicië [huidige Zuiden van Turkije] gedwongen zichzelf te beschermen en een eenheid te vormen. Sindsdien raakt de term Nusayri in vergetelheid en komt de benaming Arabische alawitisme in zwang. In Groot-Syrië, de toenmalige Osmaanse provincie die destijds onder het Franse Volkenbond-mandaat lag, werden alawieten verder gemilitariseerd door de opkomst van de non-sektarische Ba'ath-partij in Syrië en de staatsgreep door de officier en latere president Hafez al-Assad in 1970. De alawieten in zowel Turkije als Syrië en Libanon zijn op politiek-sociaal vlak voornamelijk seculier, democratisch gezind en gemoderniseerd, met name bij de jeugd van deze minderheid treft men een meer liberale levenshouding aan dan binnen de soennitische moslimgemeenschap.