Ali Akbar Hashemi Rafsanjani
4e President van Iran / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
(Ali) Akbar Hashemi Rafsanjani (Perzisch: اکبر هاشمی رفسنجانی), ook bekend als Hashemi Bahramani (هاشمی بهرمانی) (Bahraman, Iran, 25 augustus 1934 – Teheran, 8 januari 2017) was een Iraans ayatollah (geestelijke) en politicus. Rafsanjani was president van Iran van 1989 tot 1997. Hij was een van de vier hoge geestelijken die in Teheran mag voorgaan in het vrijdaggebed.
Akbar Hashemi Rafsanjani | ||||
---|---|---|---|---|
Geboren | 25 augustus 1934 | |||
Overleden | 8 januari 2017 | |||
Partij | Combatant Clergy Association | |||
4e President van Iran | ||||
Ambtstermijn | 3 augustus 1989 – 2 augustus 1997 | |||
Voorganger | Ali Khamenei | |||
Opvolger | Mohammad Khatami | |||
Handtekening | ||||
|
Rafsanjani stamt uit een familie van welgestelde pistacheboeren. In de heilige stad Qom studeerde hij islamitisch recht. Daarna vergaarde hij een vermogen in de onroerendgoedhandel, waarin hij samen opereerde met Mehdi Bazargan. Als tegenstander van de Sjah belandde hij meerdere keren in de gevangenis.
Hij was een belangrijk lid van de Iraanse Revolutionaire Raad, die regeerde kort na de Iraanse Revolutie van 1979. Samen met Mohammad Javad Bahonar richtte hij de Islamitische Revolutionaire Partij op, die het politieke leven in het volgende tijdperk beheerste. Als voorzitter van het Iraanse parlement, een positie die hij tot 1989 vervulde, speelde hij ook een belangrijke rol in de Iran-contra-affaire van 1986, waarbij de VS wapens verkochten aan Iran om Amerikaanse gijzelaars in Libanon vrij te krijgen en de contra's in Nicaragua te steunen. Toen de zaak uitkwam toonde hij de pers een bijbel met opdracht die hij van president Reagan had gekregen.
Op 8 januari 2017 overleed hij in een ziekenhuis in Teheran aan een hartaanval, nadat hij was opgenomen met hartproblemen.[1]