Ambtenarenwet 2017
wet / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Ambtenarenwet is een Nederlandse wet die voor het eerst is vastgesteld in 1929 en per 1 januari 2020 ingrijpend is gewijzigd door de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren[1] (Wnra), waarbij ook de citeertitel is gewijzigd in Ambtenarenwet 2017. Doel is het regelen van de rechtspositie van de ambtenaar.
Per 1 januari 2020 is het volgende veranderd:
1. De aard van de arbeidsrelatie:
- bij de oude Ambtenarenwet was dat een (eenzijdige) aanstelling;
- bij de Ambtenarenwet 2017 een (tweezijdige) arbeidsovereenkomst;
2. De organisatie waar de ambtenaar werkzaam was, is veranderd:
- bij de oude Ambtenarenwet moest die tot de openbare dienst behoren (alle diensten en bedrijven door de Staat en de openbare lichamen beheerd, maar met wie niet een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht was gesloten);
- bij de Ambtenarenwet 2017 moet het een overheidswerkgever zijn. Niet alle overheidswerkgevers behoren tot de openbare dienst, en andersom.
De zogeheten overheidswerkgever sluit met bepaalde functionarissen nog altijd geen arbeidsovereenkomst. Zo zijn ministers en burgemeesters van de wet uitgezonderd. Voor hen gelden nog altijd afwijkende publiekrechtelijke regelingen.
Consequentie van de publiekrechtelijke rechtspositie van de ambtenaar, ten opzichte van iemand met een arbeidsovereenkomst, was:
- de rechtsbescherming liep via de Algemene wet bestuursrecht en dus via bezwaar- (bezwaaradviescommissie) en beroepsprocedures (bestuursrechter), in plaats van de kantonrechter
- arbeidsvoorwaarden waren opgenomen in publiekrechtelijke regelingen (zoals het, inmiddels ook vervallen, Algemeen Rijksambtenarenreglement) in plaats van een cao