Amerikaanse militairevoertuigproductie in 1939-45
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Amerikaanse militairevoertuigproductie in 1939-45 geeft een overzicht van de voertuigproductie in de Verenigde Staten tijdens de Tweede Wereldoorlog. In de jaren 1939-45 produceerde het land meer dan drie miljoen voertuigen voor de strijdmacht alleen, dit is inclusief personenwagens en motorfietsen. De productie van civiele voertuigen werd gestaakt op 10 februari 1942 zodat alle capaciteit voor het leger ingezet kon worden. De autofabrikanten produceerden, naast de vrachtwagens, in grote hoeveelheiden vliegtuigmotoren, tanks, dieselmotoren en machinegeweren. In juni 1942 werd de piek van de productie bereikt; circa 62 000 voertuigen werden in die maand geproduceerd. Vrachtwagens maakten het grootste deel uit van de totale productie. Deze waren ingedeeld in vijf categorieën; het laadvermogen, van minder dan 0,5 ton naar meer dan 2,5 ton, was hierbij bepalend.
Meer dan 20 fabrikanten waren bij de productie van de voertuigen direct betrokken, dat is exclusief alle toeleveranciers. De grote autofabrikanten General Motors, Dodge, onderdeel van Chrysler, en Ford leverden de meeste voertuigen. De voertuigen waren niet alleen voor eigen gebruik in de Amerikaanse strijdmacht, maar werden ook in grote aantallen geleverd onder de Leen- en Pachtwet aan de geallieerde partners.
In totaal gaf de Amerikaanse overheid ruim 7 miljard dollar uit aan voertuigen en onderdelen in die jaren. De prijzen van de voertuigen varieerden van circa 1 000 dollar voor een jeep, 6 000 dollar voor een DUKW en 14 000 dollar voor een zwaar bergingsvoertuig.