Armoedeval
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Armoedeval is het verschijnsel dat mensen die (relatieve) armoede lijden nauwelijks mogelijkheden hebben hun maatschappelijke situatie te verbeteren.
Een specifieke vorm van dit begrip 'armoedeval' wordt door politieke partijen (van links tot rechts) gehanteerd, namelijk als het effect dat optreedt wanneer iemand met een uitkering er in inkomen op achteruitgaat als hij of zij een betaalde baan krijgt (marginale lastendruk is groter dan 100%). Dit effect wordt veroorzaakt doordat er diverse regelingen zijn die meer kosten of minder opleveren naarmate men meer verdient. Naast de gebruikelijke marginale belastingdruk (het marginale belastingpercentage) zijn er dan ook percentages die aangeven hoeveel meer sociale premies men betaalt en hoeveel minder uitkering, toeslag/subsidie of kwijtschelding men krijgt bij toename van het inkomen. Er kunnen ook "discontinuïteiten" zijn, waarbij één extra euro inkomen tot gevolg heeft dat een uitkering, toeslag/subsidie of kwijtschelding in een lagere categorie komt of geheel vervalt. Bovendien kan het gaan werken extra kosten met zich meebrengen voor bijvoorbeeld woon-werkverkeer (met vaak geen goede mogelijkheden om van dalurenkorting gebruik te maken), kinderopvang, nettere kleding, minder tijd om zelf eten klaar te maken waardoor men buitenshuis moet eten, minder tijd om naar de voordeligste winkel te gaan of van voordelige aanbiedingen gebruik te maken, minder tijd om reparaties zelf uit te voeren waardoor men deze moet laten doen of meer nieuw moet kopen, enz.
Door dit effect zijn mensen vaak niet of slechts in geringe mate in staat of gemotiveerd om hun maatschappelijke situatie te verbeteren. Soms wordt er een bredere definitie van de armoedeval gehanteerd, namelijk 'het gebrek aan financiële prikkels om (meer) te gaan werken'. Dit effect kan vaak, vooral voor mensen zonder werkervaring, opgelost worden door de "niet monetaire" voordelen van werk te demonstreren. Zij ervaarden nog nooit de andere voordelen van werk zoals arbeidsvreugde, collega's en persoonlijke ontwikkelingskansen. Voor werkgevers ligt hier dan ook een belangrijke opdracht om de beleving van deze werkvoordelen vorm te geven. Zinvolwerk beleving vormt niet enkel een belangrijk onderdeel om burnout en boreout te voorkomen, het biedt eveneens belangrijke kansen om de armoedeval aan te pakken.
Het verminderen van de armoedeval door het gelijkmatig maken van de totale lastendruk in de ruime zin van het woord, en het voorkómen dat deze boven de 100% komt, is niet omstreden. Het verminderen van de armoedeval door het verlagen van uitkeringen, toeslagen/subsidies en kwijtscheldingen is daarentegen een politieke keuze die ongunstig is voor wie er niet in slaagt zijn maatschappelijke situatie te verbeteren. Het verlagen van de uitkeringen kan enkel voor uitkeringen die boven de Europese armoedegrens liggen. Het verhogen van de minimum lonen is enkel zinvol indien het netto besteedbaar inkomen voldoende ruimte creërt om uit precaire woonsituaties te ontkomen. Vandaar dat landen zoals Oostenrijke, Zwitserland en de Skandinavische landen opteren voor voldoende sociale of betaalbare woningen met een gleidende huurtegemoetkoming in functie van het loon. In deze landen vormt de armoedeval dan ook geen wezenlijk probleem meer.
Het woord "val" wordt hier gebruikt in de betekenis van fuik, dat wil zeggen "gevangenzitten".