Atavisme
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Een atavisme (v. Lat. atavus = voorvader) is het opnieuw optreden van anatomische kenmerken die bij vroegere evolutionaire voorouders aanwezig waren, maar bij de directe voorouders verloren waren gegaan. Atavismen worden daarom vaak als misvorming gezien. Een atavisme bij een organisme kan betekenen:
- een (schijnbare) ommekeer in zijn evolutie
- de onverwachte verschijning van primitieve eigenschappen
- een nieuwe verschijning van eigenschappen die wel aanwezig waren in een bepaalde tijd in het verleden, maar die in tussenliggende generaties afwezig waren
In de loop van de evolutie zijn oorspronkelijke eigenschappen verloren gegaan, bijvoorbeeld als die eigenschappen, organen of lichaamsdelen geen functie meer hebben en weggeselecteerd zijn. In het genoom zijn de gegevens voor voormalige eigenschappen bewaard gebleven en zijn mogelijk onderdrukt, bij een "toevallige kruising" kunnen ze ineens weer opduiken. Atavismen komen overal in de levende natuur voor.
Atavisme kan regelmatig voorkomen tijdens de ontwikkeling bij alle individuen (jeugdatavisme) of bij een enkel individu als afwijking (teratologisch atavisme, bestudeerd in de teratologie, de kennis van aangeboren misvormingen).
Atavisme verschilt van een rudiment in de zin dat de eigenschap, anders dan bij een rudiment, ook na verdwijning is teruggekeerd. Een rudiment is nog steeds aanwezig, maar inmiddels niet of nauwelijks functioneel, of heeft mogelijk een andere functie aangenomen.