Het Beleg van Breda was de belegering van de stad Breda tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Deze sterke vestingstad, gelegen in Staats-Brabant in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden aan de grens met Spaans hertogdom Brabant, werd in 1624 en 1625 belaagd door Spaanse troepen onder leiding van Ambrogio Spinola. Verovering van Breda zou de Spanjaarden een uitvalsbasis verschaffen om gemakkelijker andere Staatse steden te veroveren en het gevaar voor de Spaanse steden verminderen. Verder wilde Spinola Spanjes eer herstellen en zijn reputatie als veldheer redden. Beide hadden aanzienlijke schade geleden na het mislukken van het Beleg van Bergen op Zoom en het gedrag van de Spaanse troepen na de geslaagde list met het turfschip van Breda.
Snelle feiten Onderdeel van de Tachtigjarige Oorlog, Datum ...
Beleg van Breda (1624-1625) |
Onderdeel van de Tachtigjarige Oorlog |
|
|
Datum |
27 augustus 1624 – 2 juni 1625 |
Locatie |
Breda, Staats-Brabant |
Resultaat |
Inname van de stad door de Spanjaarden |
Strijdende partijen |
|
Leiders en commandanten |
|
Troepensterkte |
Insluiting 25.000 Bevoorradingscorridor 25.000 Algemene reserve 30.000 |
Garnizoen 5.200 Ontzettingsleger 46.000 |
|
Verliezen |
ongeveer 12.000[1] |
Garnizoen 2000 Ontzettingsleger Onbekend |
|
Sluiten
Spinola verraste door laat in het seizoen de stad te belegeren. Snel werd de stad omsingeld en met een circumvallatie en een contravallatielinie afgesloten. Prins Maurits, en later zijn opvolger Frederik Hendrik, kwamen Breda te hulp door de bevoorrading van de Spanjaarden te verstoren en door te proberen de stad te bevoorraden en te ontzetten. Hun pogingen liepen echter op niets uit en de stad moest zich na een beleg van 11 maanden op 2 juni 1625 overgeven vanwege het gebrek aan voedsel onder de burgerbevolking en de uitzichtloosheid.