Bergvenkel
soort uit het geslacht Meum / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Bergvenkel (Meum athamanticum) is een overblijvende plant, die behoort tot de schermbloemenfamilie (Apiaceae). De soort komt van nature voor in Midden- en West-Europa. De soort is inheems in Wallonië. In het zuiden van Noorwegen is deze ingeburgerd. Bergvenkel is sterk aromatisch. Het aantal chromosomen is 2n = 22.[1]
Bergvenkel | ||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||||||
Meum athamanticum Jacq. (1776) | ||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | ||||||||||||||||||
Bergvenkel op Wikispecies | ||||||||||||||||||
|
De plant wordt 15-60 cm hoog en heeft een lange en dikke wortel. Bovenaan de wortel zitten vezels van oude bladeren. De kale, kantig geribbelde stengel is recht of opstijgend en heeft alleen aan de bovenzijde een of twee bladeren. De in omtrek langwerpige tot eivormige bladeren hebben een lange bladsteel en zijn twee tot viervoudig veerdelig. De bladslippen van de laatste viervoudig veerdelige delen zijn 4-6 mm lang en haar dun.
Bergvenkel bloeit in juni en juli. De bloeiwijze is een scherm met 6-15 stralen en heeft geen of 1-8 omwindselbladeren. Het omwindseltje bestaat uit 3-8 bladeren. De randbloemen en de middelste bloemen zijn tweeslachtig, de andere zijn mannelijk. De 2-3 mm grote bloemen zijn wit of geelwit en zijn soms iets purper of roze aangelopen. De bloem heeft vijf bloemdekbladen en vijf meeldraden.
De bruine vrucht is een 6-10 mm lange en 3-5 mm brede, zeskantige splitvrucht.
- Illustratie
- Plant
- Blad
- Bloemen
- Vruchten
- Bergvenkel met kleine woudzwever
Bergvenkel komt voor op bergweiden, heidevelden en rotsen.