Bijzondere opsporingsbevoegdheden
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
In Nederland zijn de bijzondere opsporingsbevoegdheden van de politie geregeld in Boek 1 Titel IVA van het Wetboek van Strafvordering. Ze zijn hieraan toegevoegd door de Wet van 27 mei 1999 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van enige bijzondere bevoegdheden tot opsporing en wijziging van enige andere bepalingen (bijzondere opsporingsbevoegdheden), ook genoemd de Wet BOB. De Wet BOB is uiteindelijk op 1 februari 2000 in werking getreden. Deze wet is in belangrijke mate gebaseerd op de bevindingen van de Parlementaire enquêtecommissie opsporingsmethoden.
De zogenoemde Bijzondere opsporingsdiensten hebben geen algemene opsporingsbevoegdheden maar een bijzondere opsporingsbevoegdheid.