Slachtofferbeschuldiging
het slachtoffer de schuld geven / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Slachtofferbeschuldiging of schuldvraagomkering (Engels: blaming-the-victim of victim blaming) is een vorm van morele ontkoppeling waarbij een dader of omstander de schuld voor een vergrijp bij het slachtoffer legt. Door te stellen dat het slachtoffer het aan zichzelf te wijten heeft, kan een dader juist zichzelf als slachtoffer voordoen en zo zijn of haar gedrag proberen te rechtvaardigen,[1] wat voor het echte slachtoffer extra belastend is. Dit kan zo ver voeren dat het slachtoffer hierin gaat geloven, met zelfverachting tot gevolg, en uit schaamte minder snel de openbaarheid zoekt. De term is afkomstig van William Ryan uit zijn gelijknamige boek Blaming the victim uit 1970.
Het neerleggen van de schuld bij het slachtoffer is onder meer te zien bij aanranding en verkrachting. Gedrag of kledingswijze van het slachtoffer wordt dan wel aangevoerd als aanstootgevend en een teken dat het slachtoffer er zelf om vroeg. Zo zijn er ook pedoseksuelen die beweren dat de kinderlijke seksualiteit een uitlokking was.
Alledaagser is de verdediging van een pester die zegt dat de gepeste persoon het zelf uitlokte. Veel voorkomend is ook de verdediging van vreemdgaan met het argument dat de huwelijkspartner te weinig aandacht zou geven.
Een mogelijke verklaring voor slachtofferbeschuldiging is dat mensen zichzelf graag willen voorhouden dat wat iemand anders is overkomen henzelf niet zal overkomen. De gedachte dat het slachtoffer het er wel zelf naar gemaakt zal hebben, is immers makkelijker te verdragen dan de gedachte dat het iedereen zou kunnen overkomen. Ook kan de zaak makkelijker worden afgedaan door te stellen dat het de eigen schuld is van het slachtoffer. De dader hoeft dan immers niet gestraft te worden.