Charles Dawson
Brits archeoloog (1864-1916) / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Charles Dawson (Fulkeith Hall, 11 juli 1864 – Lewes, 10 augustus 1916) was een Brits amateurpaleontoloog en -archeoloog. Hij is het best bekend geworden als de vinder en ook waarschijnlijke vervalser van de zogenaamde Piltdown Man ('Eoanthropus dawsoni'), een opzienbarende vondst van enkele botresten die hij in 1912 bekend maakte.
Charles was de oudste zoon uit een gezin van vier kinderen. Zijn vader was de procureur Hugh Dawson en zijn moeder Mary Anne Chaffer. Hij groeide voornamelijk op in Hastings in Sussex en later in St. Leonards. Hoewel opgeleid tot advocaat aan de Royal Academy of Gosport, hield Dawson zich al vanaf jonge leeftijd bezig met het opgraven van fossielen. Verschillende daarvan bleken onbekende soorten te betreffen, zoals het zoogdier Plagiaulax dawsoni dat naar hem vernoemd werd, drie nieuwe soorten dinosauriër waaronder Iguanodon dawsoni (tegenwoordig Barilium), en de plant Salaginella dawsoni. Door het British Museum of Natural History kreeg hij de eretitel Honorary Collector toegekend. Naast resten van uitgestorven dieren en planten bracht hij ook oudheden aan het licht, uit de Steentijd en de Romeinse Tijd. Hij werd in 1885 gekozen tot fellow van de Royal Geological Society of London en in 1895 tot lid van de Society of Antiquaries of London. Op 21 januari 1905 huwde hij de weduwe Hélène Léonie Elizabeth Postlethwaite. Het huwelijk bleef kinderloos. In 1916 stierf hij aan een bloedvergiftiging.
Tegenwoordig wordt Dawson vaak als een meesteroplichter beschouwd, die verschillende "vondsten" zelf fabriceerde, vooral de archeologische. In zijn tijd had hij echter een vrij goede reputatie en de meeste fossielen die hij opgroef waren zonder twijfel authentiek.