De Drie V's
principes bij dierproeven / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Drie V's zijn in de wetenschap leidende principes voor het verminderen van dierproeven en het ethisch omgaan met proefdieren. Deze zijn voor het eerst beschreven door W.M.S Russell en R.L. Burch in 1959.[1]
De Drie V's zijn:
- Vervanging: gebruik van wetenschappelijke methodes waarmee proefdieren worden vermeden of vervangen.
- Vermindering: gebruik van methodes waardoor onderzoekers evenveel informatie verkrijgen met minder proefdieren of meer informatie verkrijgen met hetzelfde aantal proefdieren.
- Verfijning: gebruik van methodes waarmee eventuele pijn, leed en stress worden verlicht of verminderd en het welzijn van proefdieren zo goed mogelijk is.
De Drie V's zorgen niet alleen voor het aanzetten tot alternatieven voor dierproeven, maar zorgen bovendien voor de verbetering van dierenwelzijn en de wetenschappelijke kwaliteit wanneer het gebruik van proefdieren niet vermeden kan worden. In Nederland zijn de Drie V's opgenomen in Artikel 1d van de Wet op de dierproeven (Wod).[2]