De relatie tussen Friedrich Nietzsche en Max Stirner
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De ideeën van de 19e-eeuwse Duitse filosofen Max Stirner en Friedrich Nietzsche zijn vaak met elkaar vergeleken en veel schrijvers hebben ogenschijnlijke overeenkomsten in hun geschriften bediscussieerd, waarbij soms de vraag rees of er van beïnvloeding sprake was geweest.[1] Tijdens de eerste jaren van de periode waarin Nietzsche een bekende verschijning werd, was in Duitsland Arthur Schopenhauer de enige denker die nog vaker dan Stirner met zijn ideeën in verband gebracht werd.[2] Het staat vast dat Nietzsche iets gelezen had over Stirners boek De Enige en zijn Eigendom (Der Einzige und sein Eigentum, 1845), dat was vermeld in Langes Geschichte des Materialismus (1866) en in Eduard von Hartmanns Philosophie des Unbewußten (1869), die de jonge Nietzsche allebei heel goed kende.[3] Er bestaat echter geen onbetwistbare aanwijzing dat hij het echt gelezen heeft, terwijl voor zover bekend ook nergens in de Nietzsches publicaties, geschriften of briefwisseling de naam Stirner wordt vermeld.[4]
De filosofen Friedrich Nietzsche (links) en Max Stirner (rechts; tekening van Friedrich Engels) |
Toch rees, zogauw Nietzsches werk een groter publiek begon te bereiken, de vraag of hij al dan niet door Stirner was beïnvloed. Al in 1891 (toen Nietzsche nog wel in leven, maar ten gevolge van een geestesziekte uitgeschakeld was) ging Eduard von Hartmann zover dat hij suggereerde dat hij plagiaat had gepleegd op Stirner.[5] Rond de eeuwwisseling was het geloof dat Nietzsche beïnvloed was door Stirner zo wijdverbreid, dat het haast een gemeenplaats werd, tenminste in Duitsland. Dat was voor een van de waarnemers aanleiding om in 1907 op te merken, dat “Stirners invloed in het huidige Duitsland verbijsterende afmetingen heeft aangenomen en over het algemeen vergelijkbaar is met die van Nietzsche. De twee denkers worden gezien als vertegenwoordigers van in wezen dezelfde filosofie.”[6]
Meteen al aan het begin van wat werd beschreven als de “grote controverse”[7] over Stirners mogelijke invloed — positief of negatief — op Nietzsche, bleken er ernstige problemen over het idee te bestaan.[8] Rond het midden van de 20e eeuw werd het idee van beïnvloeding vaak volledig van de hand gewezen of als onbeantwoordbaar terzijde geschoven.[9]
Het idee dat Nietzsche op een of andere manier door Stirner beïnvloed was, blijft echter voor een beduidende minderheid een aantrekkelijk idee, misschien omdat het nodig lijkt op een redelijke manier de vaak opgemerkte (hoewel aantoonbaar oppervlakkige) overeenkomsten in hun geschriften te verklaren.[10] De meest in het oog springende problemen met de theorie van de mogelijke invloed van Stirner op Nietzsche, zijn niet beperkt tot het vaststellen dat de een de ander kende of las. Ze bestaan ook uit het precies vaststellen hoe en waarom nu net Stirner een belangrijke invloed zou hebben kunnen gehad op iemand die zo uitgebreid werd gelezen als Nietzsche.[11]