Debye-Hückeltheorie
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Debye-Hückeltheorie is een theorie uit de elektrochemie en vormt een theoretische verklaring van het niet-ideaal gedrag van elektrolytoplossingen. Hoewel er wordt gebruikgemaakt van een relatief simpel model van de realiteit is de theorie in staat om in een verdunde oplossing de activiteitscoëfficiënten van de aanwezige ionen nauwkeurig te voorspellen. Het model is vernoemd naar zijn ontwikkelaars, Peter Debye en Erich Hückel.[1]
Het voornaamste en meest bekende resultaat is de limietwet van Debye-Hückel:
of, bij een meer exacte afleiding:
Waarbij de activiteitscoëfficiënt van een ion in oplossing is, de valentie van het ion, de ionsterkte van de oplossing en een parameter die de grootte van het ion beschrijft. en zijn parameters die afhangen van het solvent en de temperatuur.