Deflexie (taalkunde)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Deflexie is een linguïstisch proces dat verbonden is aan inflecterende talen en leidt tot een geleidelijke afbraak van affixen die eerder inflecterende morfemen vertegenwoordigden, behorend bij een woord in een bepaalde context.
Deflexie wordt in het algemeen gekenmerkt door syncretisme en nivellering, ofwel een verlies aan vormvariaties en uitgangen bij (met name) de zelfstandige naamwoorden en werkwoorden. Volledig verlies van de oorspronkelijke affixen uit de oorspronkelijke taal in combinatie met (nul)allomorfie en de ontwikkeling van een nieuwe morfologie komt met name voor bij het ontstaan nieuwe pidgin- en Creoolse talen[1][2].
Direct aan deflexie gerelateerd is het verschijnsel dat talen minder synthetisch worden en verschuiven naar analytisch.