Diefstal van de doodskist van Philippe Pétain
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De diefstal van de doodskist van Philippe Pétain werd gepleegd in de nacht van 18 op 19 februari 1973 op de begraafplaats van Port-Joinville op het île d'Yeu, een eiland bij de Atlantische kust van Frankrijk. De operatie werd uitgevoerd door een commando van zes mannen die dicht bij extreemrechts stonden. Doel was om de overblijfselen van de maarschalk over te brengen naar het ossuarium van Douaumont, vlak bij Verdun, wat een soort rehabilitatie zou betekenen voor de aanhangers van Philippe Pétain. Het brein achter de operatie was de advocaat en extreemrechtse politicus Jean-Louis Tixier-Vignancour. Een van zijn naaste medewerkers, Hubert Massol, was verantwoordelijk voor de uitvoering ervan en hij leidde een team dat naast Massol bestond uit vijf andere personen.
De operatie mislukte door verschillende factoren. De kist werd drie dagen later gevonden in een Parijse buitenwijk en de belangrijkste hoofdrolspelers werden gearresteerd. Op 22 februari werd de kist opnieuw begraven op het kerkhof van Port-Joinville. De zaak beheerste drie dagen lang de krantenkoppen in de Franse media en bracht veel politie en autoriteiten op de been.