Dodenmars (Tweede Wereldoorlog)
gedwongen uitputtingstochten in de Tweede Wereldoorlog / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Een dodenmars is een deportatie, geheel of deels te voet, onder levensbedreigende omstandigheden. De stoet wordt begeleid door bewakers die de gevangenen opjagen en treuzelaars en achterblijvers doden. Ook de slechte omstandigheden eisen vaak, naast het geweld door de bewakers, veel slachtoffers.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog dwongen terugtrekkende Duitsers diverse keren gevangenen van concentratiekampen, veelal Joden, tot een dodenmars. Deze vonden plaats tussen herfst 1944 en april 1945. De nazi's wilden de sporen van de concentratiekampen uitwissen en besloten de nog levende gevangenen uit de kampen te halen. Door de miserabele omstandigheden en het gewelddadige optreden van bewakers kwam ongeveer een kwart miljoen mensen om het leven.[1] Deze dodenmarsen zijn het bekendst maar niet de enigen. Een bekende dodenmars georganiseerd door de Japanners was de Dodenmars van Bataan, en een bekende dodenmars buiten de Tweede Wereldoorlog was de Trail of Tears.