Doorbraak (politiek)
politiek / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Met doorbraak wordt in de Nederlandse politieke geschiedenis gedoeld op een beweging direct na de Tweede Wereldoorlog om te komen tot de vorming van één progressieve partij, die progressieven met een katholieke, protestantse, sociaaldemocratische of liberale achtergrond moest verenigen.[1] Ook in België bestond deze beweging. Hiervoor moest het verzuilde politieke bestel worden "doorbroken". De doorbraakgedachte heeft geleid tot de vorming van de Partij van de Arbeid in 1946. Daarnaast trad een aantal intellectuelen uit confessionele kring toe tot de PvdA. Afgezien van enkele successen van betrekkelijk geringe omvang is deze doelstelling niet bereikt. De doorbraakgedachte werd onder andere door het bisschoppelijk Mandement van 1954 afgewezen en bleek bij de verkiezingen van 1959 vrijwel tot staan gebracht. Wel heeft de ontwikkeling in de jaren 1960 in Nederland geleid tot een streven naar deconfessionalisering binnen de confessionele partijen.