Doornenkroon (kroon van takken)
kroon van takken / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De doornenkroon is de kroon gemaakt van de takken van een doornstruik en gegeven aan Jezus Christus, na de geseling in opdracht van Pontius Pilatus. Jezus zei dat hij koning was en daarom trokken de soldaten Hem een purperen mantel (volgens Mattheus scharlaken) aan en zetten ze Hem een doornenkroon op het hoofd, om Hem te bespotten.
De gebeurtenis wordt in de Bijbel vermeld in Matteüs 27:29, Marcus 15:17 en Johannes 19:1-5. De tekst in Matteüs luidt volgens de Nieuwe Bijbelvertaling als volgt:
De soldaten van de prefect namen Jezus mee naar het pretorium en verzamelden de hele cohort om hem heen. Ze kleedden hem uit en deden hem een scharlakenrode mantel om, ze vlochten een kroon van doorntakken en zetten die op zijn hoofd. Ze gaven hem een rietstok in de rechterhand en vielen voor hem op de knieën. Spottend zeiden ze: 'Gegroet, koning van de Joden', en ze spuwden op hem, pakten hem de rietstok weer af en sloegen hem tegen het hoofd. Nadat ze hem zo hadden bespot, trokken ze hem de mantel uit, deden hem zijn kleren weer aan en leidden hem weg om hem te kruisigen.
Over de doornenkroon wordt verder niets gezegd, volgens de traditie droeg Hij de kroon nog steeds terwijl hij het kruis naar Golgotha droeg en toen hij aan het kruis hing. Het lijkt echter lastig om een mantel over het hoofd uit en aan te trekken met een doornenkroon op het hoofd, zodat het meer voor de hand ligt dat de doornenkroon na de bespotting weer afgenomen werd.