Dubbel-aspecttheorie
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De dubbel-aspecttheorie, dual-aspecttheorie of dual-aspectmonisme is de theorie binnen de filosofie van de geest die stelt dat fysiek en mentaal twee aspecten van, of perspectieven op, eenzelfde substantie zijn.
Het is een oplossing voor het zogenaamde lichaam-geestprobleem. Vooral om de theorie duidelijker over te brengen wordt er een derdepersoonskennis (objectiviteit) en een eerstepersoonskennis (subjectiviteit) voorgesteld als het dubbele aspect of perspectief.[1] Verder wordt de invulling van de theorie aan de hand van soortgelijke varianten beschreven, zoals de beschrijving van de fundamentele substantie en de betekenis van fysiek en mentaal.
De dubbel-aspecttheorie is een vorm van neutraal monisme, met de centrale claim dat er een onderliggende (neutrale) werkelijkheid bestaat die niet mentaal of fysiek is. Het is een middenweg tussen de eenzijdigheid van materialisme en idealisme.[2] Daarbij vereist de dubbel-aspecttheorie dat het objectieve fysieke en het subjectieve mentale onderling zowel onafscheidelijk als onherleidbaar zijn van elkaar, hoewel verschillend; als twee zijden van dezelfde munt.[3] Daartegenover geplaatst staan de afscheidelijkheid van het dualisme en de herleidbaarheid van het reductionisme. Die beide volgens het reflexieve monisme van Max Velmans onvoldoende aandacht besteden aan de fenomenologie van het bewustzijn.[4]
Er zijn verder diverse dubbel-aspecttheoretici en filosofen die een monistische tweedeling van lichaam en geest beschrijven.