Eerste Peloponnesische Oorlog
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Eerste Peloponnesische Oorlog (460 v.Chr. - circa 445 v.Chr.) werd uitgevochten tussen Sparta als de leiders van de Peloponnesische Bond en Sparta's andere bondgenoten, met name Thebe, en de Delische Bond geleid door Athene met de steun van Argos. Frictie tussen Sparta en Athene ontstond al vroeg na de terugtrekking van de Perzen, waarbij de Spartaanse angst voor de groeiende Atheense macht een grote rol speelde. Dit zou uiteindelijk tot oorlog leiden na de bouw van de Atheense lange stadsmuren en het overlopen van Megara van Sparta naar Athene.
Eerste Peloponnesische Oorlog | ||||
---|---|---|---|---|
Datum | c. 460 v.Chr. - 445 v.Chr. | |||
Locatie | Vasteland van het oude Griekenland | |||
Resultaat | Overeenkomst tussen Sparta en Athene werd vastgelegd in de "Dertigjarige Vrede" | |||
Territoriale veranderingen |
Megara werd afgestaan aan de Peloponnesische Bond, Troezen en Achaea werden onafhankelijk, Egina was schatplichtig aan Athene, maar autonoom, en geschillen moesten worden beslecht door middel van arbitrage. | |||
Verdrag | Dertigjarige Vrede | |||
Strijdende partijen | ||||
| ||||
Leiders en commandanten | ||||
|
De oorlog begon in 460 v.Chr. met de Slag bij Oenoe. In het begin waren de Atheners beter in de strijd, doordat ze wonnen in zeeslagen met hun superieure vloot. Ze waren ook beter in het vechten op het land, tot 457 v.Chr. toen de Spartanen en hun bondgenoten het Atheense leger versloegen bij Tanagra. De Atheners gingen echter in de tegenaanval en behaalden een verpletterende overwinning tegen Boeotië in de Slag bij Oenophyta en volgden deze overwinning op door heel Boeotië op Thebe na te veroveren. Athene versterkte verder hun positie door Egina een lid te maken van de Delische Bond.
De Atheners werden echter verslagen door de Perzen in 454 v.Chr. in Egypte waardoor ze een vijf jaar durende wapenstilstand moesten aangaan met Sparta. De oorlog laaide weer op in 448 v.Chr. met het begin van de Tweede Heilige Oorlog. In 446 v.Chr. kwam Boeotië in opstand, versloeg Athene bij Koronea en herwon zijn onafhankelijkheid.
De oorlog eindigde in de winter van 446-445 v.Chr., en werd bekrachtigd met een overeenkomst tussen Sparta en Athene, de Dertigjarige Vrede. De voorwaarden van dit vredesverdrag waren dat beide zijden de belangrijkste delen van hun rijken mochten houden. Megara keerde terug naar de Peloponnesische Bond en Egina werd een autonoom lid van de Delische Bond. Het herstel van de status quo zou de rivaliteit tussen Sparta en Athene niet oplossen. Dit leidde in 431 v.Chr. tot de tweede Peloponnesische oorlog.