Elektronisch huisarrest
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Elektronisch huisarrest is het opsluiten van een veroordeelde (of een verdachte ter vermijding van voorarrest) in zijn eigen huis, gecontroleerd met elektronische middelen.
Iemand die door een vonnis van een rechtbank elektronisch huisarrest opgelegd heeft gekregen draagt aan zijn lichaam, gewoonlijk aan een band om zijn enkel, een zendertje. Dit kan niet worden verwijderd zonder de bewakende instantie te alarmeren. De zender staat met een meldkamer in verbinding. Wanneer de veroordeelde tegen de afspraken in zijn woning heeft verlaten wordt dit daar opgemerkt en stelt men direct de regionale politie op de hoogte.
Elektronisch huisarrest werd in Nederland in de jaren negentig wettelijk mogelijk gemaakt als alternatief voor gevangenisstraf. Het wordt gewoonlijk bij wat zwaardere misdrijven toegepast. Ook kan het laatste gedeelte van een gevangenisstraf op deze wijze worden ondergaan. De achterliggende gedachte is tweeledig: men wil kosten besparen en de negatieve gevolgen van gevangenisstraf voorkomen. Gewoonlijk krijgt een veroordeelde die elektronisch huisarrest ondergaat een even lange straf als het strafrecht in andere gevallen aan hechtenis zou voorschrijven. Indien de veroordeelde zijn huisarrest verbreekt dan wordt hij alsnog in een gevangenis geplaatst.
Er is in Nederland een consultatieversie gepubliceerd van de Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en enige andere wetten in verband met de eigen bijdrage voor verblijf in een justitiële inrichting.[1][2] Overeenkomstig de eigen bijdrage bij detentie zullen elektronisch gedetineerden de enkelband die zij dragen huren.