Engels slijkgras
taxon / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Engels slijkgras (Spartina anglica) is een overblijvende plant die behoort tot de grassenfamilie (Gramineae of Poaceae). De plant komt van nature voor in Noordwest-Europa en is ingevoerd in Australië, Noord-Amerika en Oost-Azië.
Engels slijkgras | ||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||||||||||
Spartina anglica C.E.Hubb. (1978) | ||||||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | ||||||||||||||||||||||
Engels slijkgras op Wikispecies | ||||||||||||||||||||||
|
Engels slijkgras is een nog jonge soort en omstreeks 1890 ontstaan uit de natuurlijke kruising tussen Amerikaanse slijkgras (Spartina alterniflora) met 2n = 62 chromosomen en het in Zuid-Engeland inheemse Klein slijkgras (Spartina maritima) met 2n = 60 chromosomen. De omstreeks 1870 gevormde steriele hybride met 2n = 61 chromosomen werd Spartina townsendii genoemd. Rond 1890 ontstond door verdubbeling van het aantal chromosomen het fertiele, autopolyploïde Engels slijkgras met 2n = 122 chromosomen, dat zich echter hoofdzakelijk vegetatief vermeerderde. Het zaad van het Amerikaanse slijkgras was destijds meegelift met het ballastwater van schepen en de soort kwam sinds 1816 voor langs de kust van Engeland.
In 1924 werden stukken wortelstokken voor het eerst in Nederland ingevoerd en in 1926 op de Zeeuwse slikken aangeplant, in 1927 in Duitsland en in 1931 in Denemarken. Van hieruit heeft Engels slijkgras zich in het waddengebied verder verspreid.
De plant wordt 20-130 cm hoog en heeft lange, kruipende, vlezige wortelstokken. De stijve, grijsgroene bladeren zijn 8-50 cm lang en 4-15 mm breed en eindigen in een harde, fijne punt. Het tongetje (ligula) bestaat uit 1,8-3 mm lange haren.
Engels slijkgras bloeit van juli tot de herfst. De 10-25 cm lange, geelgroene bloeiwijze bestaat uit vier tot acht, schuin opstaande aarvormige deelbloeiwijzen. De aartjes zijn 17-21 mm lang. Het bovenste kelkkafje is tot 20 mm lang. De kroonkafjes zijn ongeveer 15 mm lang. De helmknoppen zijn 5-13 mm lang.
De vrucht is een graanvrucht.