Erytropoëse
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Erytropoëse, erytropoiësie of erythropoiësis is het deel van de hematopoëse ("bloedvorming") waarbij, vanuit een "hematopoëtische" (bloedvormende) multipotente stamcel, zich erytrocyten (rode bloedcellen) ontwikkelen. Bij de deling van een stamcel ontstaan niet twee dochtercellen, maar een nieuwe stamcel en een reticulocyt: het voorstadium van de rode bloedcel. De vorming van reticulocyten in het beenmerg duurt 5-9 dagen. Dagelijks worden bij de mens ter vervanging van oude rode bloedcellen ongeveer 200 miljard (0,8 % van de totale hoeveelheid) rode bloedcellen nieuw gevormd.
Erytropoëse vindt voor de geboorte plaats in de dooierzak, lever, milt en beenmerg, na de geboorte enkel nog in het rode beenmerg. De aanmaak van rode bloedcellen wordt, bij zuurstoftekort in de weefsels, gestimuleerd door het hormoon erytropoëtine dat op zijn beurt in de nieren wordt aangemaakt. Storingen van de erytropoëse leiden tot anemie (bloedarmoede).
In de tiende week van de embryonale ontwikkeling vormt de lever 10 % van het lichaamsgewicht, bij de geboorte nog maar 5 %: de functie van de lever als bloed-aanmakend orgaan is dan niet meer nodig, omdat voor de zuigeling het beenmerg deze functie overneemt.
Uit een multipotente stamcel kan zich een pro-erytroblast ontwikkelen, waaruit een erytroblast ontstaat. De erytroblast is de voorloper van de normoblast. Hieruit ontstaat na uitstoting van de celkern de reticulocyt, waaruit vervolgens de uiteindelijke erytrocyt, de rode bloedcel, ontstaat.