Europees kampioenschap voetbal 1960
sportseizoen van een voetbalcompetitie / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Europacup voor landen 1960 was het eerste Europees kampioenschap voetbal. Het eindtoernooi werd gehouden in Frankrijk en het werd gewonnen door de Sovjet-Unie. De Sovjet-Unie versloeg in de finale Joegoslavië met 2-1 in de verlenging.
Europees kampioenschap voetbal 1960 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Toernooi-informatie | |||||||
Gastland | Frankrijk | ||||||
Organisator | UEFA | ||||||
Editie | 1e | ||||||
Datum | 6–10 juli 1960 | ||||||
Teams | 4 (van 1 confederatie) | ||||||
Stadions | 2 (in 2 gaststeden) | ||||||
Winnaar | Sovjet-Unie (1e titel) | ||||||
Toernooistatistieken | |||||||
Wedstrijden | 4 | ||||||
Doelpunten | 17 (4,25 per wedstrijd) | ||||||
Topscorer(s) | François Heutte Valentin Ivanov Viktor Ponedelnik Milan Galić Dražan Jerković (2 goals) | ||||||
Navigatie | |||||||
| |||||||
|
Het toernooi was gebaseerd op het knock-out principe. Er waren 17 landen die meededen, maar landen zoals West-Duitsland, Italië en Engeland deden opmerkelijk genoeg niet mee. De landen speelden uit- en thuiswedstrijden tot aan de halve finales. Vanaf daar werd het toernooi gespeeld in Frankrijk.
Spanje leefde in 1960 nog onder het bewind van Francisco Franco. Spanje zag af van de uitwedstrijd tegen de Sovjet-Unie, omdat dat land een grote supporter was van Franco's tegenstanders uit de Spaanse Burgeroorlog. Spanje deed daarop niet meer mee aan het toernooi. Op die manier bleven er vier landen over: drie communistische landen (de Sovjet-Unie, Tsjecho-Slowakije en Joegoslavië) en de organisator van het eindtoernooi (Frankrijk).
In het eindtoernooi won de Sovjet-Unie van Tsjecho-Slowakije met 3-0. De andere halve finale werd minder makkelijk beslist: Frankrijk verloor met 5-4 van Joegoslavië. In de wedstrijd om de derde plek verloor Frankrijk weer. Met de 2-0-overwinning werd Tsjecho-Slowakije de eerste nummer 3 op een EK ooit.
In de finale was het Joegoslavië dat als eerste aan de leiding ging, maar de Sovjet-Unie kwam terug tot 1-1, mede dankzij hun sterk spelende doelman Lev Jasjin en was er verlenging nodig. Toen er nog zeven minuten van die verlenging te spelen waren, bezorgde Viktor Ponedelnik met zijn doelpunt de Sovjet-Unie de eerste EK-titel.