literair werk / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Ferguut alias De Ridder met het Witte Schild is een Middelnederlandse niet-historische Arthurroman, geschreven in de voor de Middelnederlandse epiek gebruikelijke gepaard rijmende verzen, vermoedelijk in het derde kwart van de 13e eeuw. De Ferguut is een vertaling/bewerking van de Oudfranse Arthurroman in verzen Fergus alias Le Chevalier au Biel Escu (ca. 1200?) van Guillaume le Clerc, die op basis van zijn taalgebruik en continentale toponiemen ("Namur" en "Dinant") vrijwel zeker afkomstig was uit de zuidelijke Nederlanden (Wallonië), vermoedelijk uit het graafschap Namen/Namur of het prinsbisdom Luik/Liège. De Fergus sluit nauw aan bij romans van Chrétien de Troyes: Érec et Énide, Cligès, Yvain ou le Chevalier au Lion, maar vooral de Conte du Graal, beter bekend als de Perceval, naar de hoofdpersoon, en behoort tot de hoogtepunten van de Arthurromans die geschreven werden in navolging van en/of als reactie op de romans van de bedenker van het genre: Chrétien de Troyes.
'Fragment uit 'Ferguut'
Het fragment begint op versregel 3402. Ferguut heeft net een charge te paard uitgevoerd en de heks met zijn lans gestoken, maar daar heeft ze geen last van. Van een slag van zijn zwaard op haar hoofd evenmin. Daarop bijt de heks dwars door zijn harnas in zijn schouder en Ferguut valt van zijn paard:
Varinge spranc hi op weder, Snel sprong hij terug op zijn paard
Met beiden handen hise sloech; en sloeg haar met beide handen
Metten swerde hi hare af droech hakte haar met het zwaard
Vanden buke die rechterhant van de romp de rechterhand af
Datsi neder viel int sant. zodat die in het zand viel
Ferguut wart doe harde blide Ferguut was toen erg verblijd
Ende gaf hare enen slach met nide, en gaf haar een driftige slag
Dat hise geraecte wel ter core zodat hij ze op de juiste plaats raakte
Ende sloechse toten tanden dore. en kloofde haar het hoofd
Dus bleef Pantasale doet. Zo bleef Pantasale dood
Ferguut van sinen orsse doe scoet Ferguut steeg toen van zijn paard
Ende warp hem op derde schire. en sprong snel op de grond
Hi sach vore hem dien torre diere Voor zich zag hij het dierbare kasteel
Daer in hinc die witte scilt. Daarin hing het witte schild
Dat vreseleke serpent, datne hilt, Die vreselijke draak die het bewaakte
Lach vore den torre ende sliep. lag voor het kasteel en sliep
Ferguut toten scilde liep, Ferguut liep tot aan het schild
Hi namen ende helsden sere Hij drukte het stevig tegen zich aan
Ende dankes onsen Here en dankte onze Heer
Dat hi den scilt heft vercregen. Dat hij het schild had verkregen
Ane sinen hals heft hine verdregen. Om zijn hals heeft hij het gehangen.