Floëem
Weefsel bij planten / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Floëem (afgeleid van het Griekse woord φλόος (phloos) "bast") is een type weefsel bij planten. Het ligt in de vaatbundels en bestaat uit verschillende typen cellen: zeefvaten of bastvaten, zeefcellen en begeleidende cellen. Het zorgt voor het transport van de assimilaten.
De assimilaten worden door fotosynthese in de bladeren onder invloed van licht aangemaakt en via het floëem naar alle andere delen van de plant getransporteerd en kunnen eventueel na omzetting in andere stoffen (zoals eiwitten, oliën en vetten) als reservestoffen worden opgeslagen.
Bij onvoldoende productie van assimilaten kan een omgekeerd transport plaatsvinden vanuit parenchymaire opslagweefsels. Dit kan onder andere optreden bij het uitlopen van bomen in het voorjaar of bij beschadiging van bovengrondse delen van de plant. Door het floëem kan dus in twee richtingen het transport plaatsvinden.
Het xyleem, eveneens aanwezig in vaatbundels, zorgt daarentegen voor het transport van water met de daarin opgeloste nutriënten. Het watertransport in het xyleem is maar in één richting: naar de bladeren ('omhoog').