Geïnformeerde toestemming
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Geïnformeerde toestemming (Engels: informed consent) is een procedure waarin iemand de mogelijke voor- en nadelen van een medische behandeling te horen krijgt alvorens degene besluit om de behandeling al dan niet te ondergaan. Toestemming met kennis van zaken na voorafgaande voorlichting is ook een belangrijk onderdeel van wetenschappelijk onderzoek. Mogelijke proefpersonen krijgen daarin alle informatie over het onderzoek die belangrijk voor hen kan zijn voordat ze besluiten mee te doen. Goed geïnformeerd zijn wordt vanuit medisch-ethische overwegingen vaak wenselijk geacht, al is het niet altijd nodig, bijvoorbeeld bij relatief risicoloze behandelingen of onderzoeken.
In Nederland moet elke deelnemer aan een Wmo-plichtig onderzoek door de onderzoeker worden ingelicht over een aantal voorgeschreven zaken. De deelnemer moet voldoende bedenktijd krijgen voordat hij een toestemmingsverklaring tekent. Alleen wanneer de verklaring is getekend, mag de deelnemer daadwerkelijk aan het onderzoek deelnemen.
Toestemming kan pas door iemand worden gegeven wanneer diegene de feiten, implicaties en gevolgen van de behandeling of het onderzoek begrijpt en kan afwegen. Om toestemming te kunnen geven moet iemand dus voldoende bekwaam zijn om te kunnen redeneren en beschikken over alle relevante feiten. Bij sommige ziekten of stoornissen kan iemand niet zelf toestemming geven. Dit kan het geval zijn bij bijvoorbeeld hoge stressniveaus bij posttraumatische stressstoornis, ernstige intellectuele beperking, ernstige psychische aandoening, ernstig slaapgebrek, de ziekte van Alzheimer, of comateuze toestand.