Geschiedenis van de tuinarchitectuur in Nederland
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Tuinarchitectuur in Nederland is een aspect van de leefomgeving dat in de loop der eeuwen evoluties heeft gekend.
Het onderzoek naar de architectuur en de beplanting van historische tuinen is wat betreft Nederland in de laatste decennia van de 19e eeuw langzaamaan ingezet, onder andere vanwege de mode in de tweede helft van de 19e eeuw om tuinen te ontwerpen geïnspireerd op de Renaissance en barok. Zo bracht de tuinarchitect Leonard Springer alle kennis over de Haarlemmerhout bijeen in zijn boekje De Haarlemmerhout van 1583-1896 (1896), omdat hij zich realiseerde dat dit een park was met een geschiedenis die al terugging tot in de 16e eeuw. C.H.C.A. van Sypesteyn wilde zijn familiekasteel herbouwen en daarbij onder meer een middeleeuwse lusthof aanleggen, de reden waarom hij zijn opgedane kennis verwerkte in het boek Oud-Nederlandsche Tuinkunst (1910).
Na een uitputtend Bibliografisch overzicht van geschriften, boek- en plaatwerken op het gebied der tuinkunst, geschreven door Leonard Springer (1936), kwam de schrijfster Anna Bienfait eigenlijk als eerste met een geschiedenis van de Nederlandse tuinkunst. Zij schreef het boek Oude Hollandsche Tuinen (1943, tekstdeel en platendeel).
Bij bestudering van al deze boeken en geschriften blijkt al heel snel dat de historische tuinen in Nederland geworteld zijn in de Italiaanse, Franse, Engelse en Duitse traditie. De voorbeeldfunctie van deze landen komt eigenlijk op de eerste plaats als er gekeken wordt naar wat de karakteristieke kenmerken zijn van de Nederlandse tuinkunst en daarna volgen pas de aard van de locatie, de bodem, het klimaat, de ontstaansperiode, het talent en het fortuin van de eigenaar, de familietraditie en ten slotte de kunde van de tuinarchitect.
Na de Tweede Wereldoorlog, in de tijd van de Wederopbouw, was er tijdelijk geen belangstelling voor Nederlandse tuinkunstgeschiedenis totdat vanaf de jaren zeventig Henri Wolter Matheus van der Wyck (1927-2001) het onderzoek weer oppakte. Zijn boek De Nederlandse Buitenplaats was het begin van nieuwe interesse voor dit onderwerp.