Global dimming
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Global dimming (globale of wereldwijde verduistering) is het effect waarbij de intensiteit van het op de aarde vallende zonlicht wordt verminderd door stoffen in de atmosfeer, die het licht ofwel absorberen, of terugkaatsen, waardoor de albedo van de aarde wordt verhoogd. Volgens onderzoekers is de intensiteit van het zonlicht door dit effect in verschillende grote gebieden op aarde in de periode 1960-1990 afgenomen. Sinds 1990 is de trend echter omgekeerd en nam de hoeveelheid zonlicht aan het aardoppervlak weer toe.[1]
Het tegenovergestelde van global dimming is global brightening (globale verheldering). Dimming en brightening vinden niet gelijkmatig over de hele planeet plaats, maar het effect verschilt per regio en is ook afhankelijk van de aanwezigheid van grote oppervlaktewateren.
Het effect lijkt vooral te worden veroorzaakt door fijne stofdeeltjes die als condensatiekerntjes fungeren, waardoor wolken ontstaan die uit kleinere druppeltjes bestaan en hierdoor minder snel uitregenen en meer licht terugkaatsen dan meer natuurlijke wolken; ook spelen de condensatiestrepen (contrails) van uitlaatgassen van vliegtuigen hoog in de atmosfeer waarschijnlijk een rol.
Dit sinds de 1980er jaren bestudeerde verschijnsel kan mogelijk een vrij grote en tot op heden onderschatte invloed op ons klimaat hebben, dat de mondiale opwarming tegengaat. Het is echter nog onduidelijk in hoeverre global dimming het broeikaseffect compenseert of dit zelfs overstijgt.