Griekse Genocide
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Griekse Genocide waarvan een deel ook Pontische Genocide wordt genoemd (Grieks: Γενοκτονία των Ελλήνων, Genoktonía to̱n Ellí̱no̱n) was een etnische zuivering gepleegd op (onder andere) de christelijke Pontische Grieken in het Ottomaanse Rijk tijdens en na de Eerste Wereldoorlog tussen 1914 en 1922 onder leiding van de beweging van de Jonge Turken. Hierbij kwamen volgens verschillende bronnen tussen de 750.000[1] en 900.000 Grieken om bij gedwongen deportaties en massamoorden.[2] De Grieken en Turken stonden in de Eerste Wereldoorlog aan tegengestelde kanten en het Jong Turkse regime in Constantinopel zag in de Griekse, net als in de Armeense christenen, een potentieel vijandige minderheid. Evenals bij de Armeense Genocide en de Aramese Genocide vinden verhitte discussies plaats tussen voor- en tegenstanders van het gebruik van het woord genocide. Verschillende wetenschappers[bron?] houden het bij deportatie en massamoord van de Pontische Grieken, waarbij vaak etnische zuivering wordt erkend. Turkije ontkent de genocide formeel en verzet zich tegen internationale erkenning ervan. Drie landen hebben de Pontische Genocide erkend, namelijk Griekenland, Cyprus en Zweden. Toch is er ook binnen de Griekse gemeenschap nog onenigheid over of er een genocide heeft plaatsgevonden, zo was er volgens de Griekse minister van onderwijs Nikos Filis geen sprake van genocide[3]
Griekse Genocide | ||||
---|---|---|---|---|
Nabestaanden bij overledenen na de val van Smyrna | ||||
Plaats | Ottomaanse Rijk | |||
Datum | oktober 1915 | |||
Slachtoffers | 750- 950.000 Pontische Grieken | |||
|