Hunfrid van Terwaan
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Hunfrid van Terwaan (ook wel Hunfrid van Prüm) (gestorven 871) was gedurende dertien jaren, van 856 tot 8 maart 869 Rooms-katholiek bisschop van Terwaan, het tegenwoordige Thérouanne. Hunfrid gaf er zelf de voorkeur aan om in de Eifel, in de Benedictijnse Abdij van Prüm te blijven, waar hij al op zeer jeugdige leeftijd als oblaat was ingetreden. Paus Nicolaas I dacht daar echter anders over en benoemde hem in 856 tot bisschop van Terwaan als opvolger van Folkwin.
In 860 kreeg zijn diocees te maken met een inval van Deense Vikingen. Dezen stonden onder leiding van Weland. Zij plunderden onder andere de abdij van Sint-Bertinus en de stad Sint-Omaars, ten noorden van Terwaan en verwoestten het Ternaasland.[1][2] Bij deze grote inval van de Noormannen in het Ternaasland werd hij gedwongen te vluchten. Hij zou voor zijn mensen in deze tijd een grote bron van kracht en troost zijn geweest.
Na deze traumatische gebeurtenissen zou Hunfrid aan de paus hebben gevraagd of deze hem van zijn functies kon ontheffen en of het hem zou worden toegestaan om naar de abdij van Prüm terug te keren. Dit werd door paus Nicolaas I natuurlijk geweigerd.[3]
In 864 stierf Adalard, de abt van Sint-Bertinus in het huidige Franse Sint-Omaars.[4] Bisschop Hunfrid van Terwaan nam deze functie nu twee jaar waar (864-866),[5] maar op 19 juni 866 verving koning Karel de Kale hem door een van zijn vertrouwelingen, Hilduin (gestorven 7 juni 877), die het abtschap van de abdij van Sint-Bertinus voor een bedrag van 30 livres d'or kocht.[6]
Na zijn dood werd hij opgevolgd door Actard, die al bisschop van Nantes was.
Bisschop Hunfrid bevorderde het toen nog onofficiële feest van Maria-Tenhemelopneming in zijn bisdom met kracht.
Zijn feestdag is 8 maart.