Ipsen
uitdrukking in Tom Poes verhalen / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Ipsen is de fictieve benaming die het Kleine Volkje geeft aan hun najaarstrek, zoals dat voorkomt in de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het ipsen wordt vermeld in de verhalen De kwade inblazingen (1967), De erfpachter (1970), De pronen (1973), De doorluchtigheid (1974), De grijze kunsten (1976) en De uitvalsels (1978).
Het Kleine Volkje leeft in de omgeving van het Donkere Bomen Bos, niet ver van Bommelstein. Contacten met de buitenwereld worden maar zelden gelegd. Het Kleine Volkje is één met de natuur, en wanneer de herfst aanbreekt gaat het 'ipsen', wat zoveel wil zeggen als naar het zuiden trekken voor overwintering en de natuur met rust laten. Het ipsen gaat met een groep te voet, of de leden van het Kleine volkje die achterbleven laten zich door de wind meenemen.