Jankó-klavier
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het Jankó-klavier is een klavier met zes rijen toetsen in 1882 ontwikkeld door de Hongaarse pianist Paul von Jankó (1856-1919). Door de constructie zijn er voor iedere toon drie aanslagplekken mogelijk, waardoor de hand- en vingerhouding makkelijker kan zijn. Grote akkoorden zouden veel makkelijker te spelen zijn doordat een octaaf op dit klavier een toetsbreedte minder heeft. Op dit klavier zijn er geen onder- en boventoetsen zoals bij een standaard pianoklavier.
Von Jankó schreef een boek hierover, onder de titel Eine neue Klaviatur, dat in 1886 verscheen. Ook publiceerde hij enige artikelen in vakbladen. Vanaf 1886 gebruikte hij dit klavier bij zijn eigen concertreizen. De Noorse pianist Tekla Nathan Bjerke was een student van Von Jankó en speelde veel concerten in Noorwegen op dit klavier.