Jasenovac (concentratiekamp)
concentratiekamp / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Jasenovac was het grootste concentratiekamp en vernietigingskamp in Kroatië tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het werd onder het leiderschap van Ante Pavelić opgericht door de Ustašabeweging in augustus 1941, en in april 1945 werd het grotendeels door de kampbewakers vernietigd in een poging het bewijsmateriaal te vernielen.
Concentratiekamp Jasenovac | ||
---|---|---|
Ingebruikname | augustus 1941 | |
Gesloten | april 1945 | |
Locatie | Jasenovac | |
Verantwoordelijk land | Onafhankelijke Staat Kroatië | |
Coördinaten | 45° 17′ NB, 16° 56′ OL | |
Beheerder | Ustaša | |
Dodental | 66.000 - 99.000[1] | |
Jasenovac was een complex van vijf grotere en drie kleinere kampen, verspreid gelegen over een gebied van ruim 200 vierkante kilometer langs de rivier de Sava. Het grootste deel van het kamp lag bij de stad Jasenovac, zo'n 100 kilometer ten zuidoosten van Zagreb.
In Jasenovac werden voornamelijk Serviërs en zigeuners omgebracht, en vaak op gruwelijke manier verminkt. Vooral bekend zijn de praktijken waarbij de kampbewaarders wedstrijden hielden wie in een bepaalde tijd de meeste gevangenen kon ombrengen. Miroslav Filipović was daar een van de kampbeulen.
Het aantal slachtoffers van Jasenovac tijdens de Tweede Wereldoorlog is niet precies bekend. Schattingen van enkele tienduizenden tot aantallen dicht bij een miljoen worden gehoord. Tijdens het Joegoslavië van Tito werd een getal van 500.000 - 600.000 als officieel aantal Servische slachtoffers aangehouden, 35.000 Joden en 80.000 zigeuners.