Jorge Eliécer Gaitán
Colombiaans politicus (1903-1948) / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Jorge Eliécer Gaitán Ayala (Bogota, 23 januari 1898 - aldaar, 9 april 1948) was een Colombiaanse advocaat en populair politicus van links-liberale signatuur. Zijn dood had een aanzienlijke invloed op de politieke situatie in Colombia gedurende de tweede helft van de 20e eeuw.
Jorge Eliécer Gaitán | ||||
---|---|---|---|---|
Jorge Eliécer Gaitán (1936) | ||||
Volledige naam | Jorge Eliécer Gaitán Ayala | |||
Geboren | 23 januari 1898 | |||
Geboorteplaats | Bogota | |||
Overleden | 9 april 1948 | |||
Overlijdensplaats | Bogota | |||
Land | Colombia | |||
Partij | PLC UNIR | |||
Religie | Rooms-Katholieke Kerk | |||
Functies | ||||
1936-1937 | Burgemeester van Bogota | |||
1940-1941 | Minister van Onderwijs | |||
1943-1944 | Minister van Arbeid | |||
|
Jorge Eliécer Gaitán begon in 1920 zijn studie rechten en sociale wetenschappen aan de Universidad Nacional. In 1924 behaalde hij zijn advocatentitel en vervolgde zijn studie aan de Koninklijke Universiteit in Rome, waar hij een doctoraat in de rechten behaalde.
Gedurende zijn loopbaan bekleedde Gaitán verschillende, soms kortdurende, invloedrijke functies. In een tijdsbestek van 19 jaar werd hij achtereenvolgens verkozen of benoemd tot afgevaardigde in de Volksvertegenwoordiging voor de Liberale Partij, voorzitter van de Volksvertegenwoordiging, rector van de Vrije Universiteit en richtte hij de Nationale Unie van Linkse Revolutionairen (UNIR) op. Na een teleurstellend verkiezingsresultaat van de UNIR keerde hij terug naar de Liberale Partij. Hij diende als burgemeester van Bogota, was lid van de Nationale Academie van Jurisprudentie, maakte deel uit van de rechterlijke macht van het Hooggerechtshof, was Minister van Onderwijs, senator voor het departement Nariño, president van de Senaat, Minister van Arbeid en partijvoorzitter van de Liberale Partij. Daarnaast bleef hij ook als advocaat actief.
Gaitán stond bekend als een populistisch politicus, die soms werd beschuldigd van demagogie. Hij maakte gebruik van retorica en genoot grote populariteit onder de arme bevolking. Op 4 september 1929 initieerde Gaitán in de Volksvertegenwoordiging een debat over de verantwoordelijkheid voor het bloedbad onder de bananenarbeiders dat plaatsvond in december 1928. Hij werd de belangrijkste aanklager tegen de regering, generaal Cortés Vargas en de United Fruit Company. Dit debat droeg bij aan de val van de conservatieve regering.
In 1945 nam Gaitán deel aan de presidentsverkiezingen als onafhankelijke kandidaat, maar deze stap verdeelde de liberale stemmen, waardoor de verkiezingen verloren gingen aan de conservatief Mariano Ospina Pérez. Dit betekende het einde van een 16-jarige periode van liberaal bestuur.
In februari 1948 organiseerde hij de Mars van de Stilte in Bogota om te protesteren tegen het politieke geweld tijdens de burgeroorlog, bekend als "La Violencia". Tijdens deze mars sprak Gaitán de Smeekbede voor Vrede uit: "Voorkom geweld, meneer de president. We vragen u alleen om het menselijk leven te beschermen, het minste wat mensen kunnen vragen."
Op 9 april 1948 werd Gaitán vermoord. Diezelfde dag nog werd de vermoedelijke dader, Juan Roa Sierra, door een woedende menigte gelyncht. De massa nam het centrum van de stad in, opende gevangenissen en viel overheidsgebouwen aan. De opstand was echter chaotisch en de politie en het leger onderdrukten het geweld met tanks en machinegeweren. Het geweld duurde meerdere dagen, waarbij honderden doden vielen (volgens sommige verslagen mogelijk duizenden). In Bogota werden honderden gebouwen in brand gestoken of vernield. Het oproer verspreidde zich naar andere steden en uiteindelijk naar het hele land. De moord op Gaitán veroorzaakte een hernieuwde escalatie van de "Violencia".