Joseph de Baillet
diplomaat (1787-1864) / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Joseph-François Jean Nepomucène de Baillet (Antwerpen, 27 juli 1787 - Brussel, 29 november 1861) was een Zuid-Nederlands katholiek politicus.
Joseph de Baillet | ||||
---|---|---|---|---|
Volledige naam | Joseph-François Jean Nepomucène de Baillet | |||
Geboren | Antwerpen, 27 juli 1787 | |||
Overleden | Brussel, 29 november 1861 | |||
Kieskring | Brussel (1830 - 1839) Antwerpen (1839 - 1851) | |||
Land | Oo. Nederlanden (1787 - 1793) Frankrijk (1793 - 1815) Nederlanden (1815 - 1830) België (1830 - 1861) | |||
Functie | Politicus | |||
Partij | Katholieken | |||
Functies | ||||
? - ? | Lid provinciale staten Zuid-Brabant | |||
? - ? | Burgemeester Graven | |||
1830 - 1831 | Lid Nationaal Congres | |||
1830 - 1831 | Quaestor Nationaal Congres | |||
1832 - 1851 | Senator | |||
1838 - 1847 | Ondervoorzitter Senaat | |||
1849 - 1851 | Ondervoorzitter Senaat | |||
|
Graaf Joseph de Baillet was de derde van de zeven zoons van graaf Jean de Baillet (1757-1815) en Thérèse du Bois de Vroylande. Hij trouwde in 1809 met barones Marie-Claire Osy (1790-1862) dochter van de Rotterdamse bankier Cornelius Osy. In tegenstelling tot zijn vader had hij geen zoons, maar vijf dochters. De oudste werd kloosterzuster, de tweede stierf jong en de drie andere trouwden met drie broers, de barons Alexander, Louis en Henri de Woelmont, halfbroers van de Constituant Alphonse de Woelmont d'Opleeuw.
Onder het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd Baillet, net als zijn broers, in 1818 in de ridderschap opgenomen en in 1828 verkreeg hij, ook weer zoals zijn broers, de titel van graaf die in het ancien régime door hun vader en grootvader gedragen werd. In die periode werd hij lid van de Provinciale Staten van Zuid-Brabant en burgemeester van de Zuid-Brabantse gemeente Graven.
In tegenstelling tot sommige van zijn broers die in 1830 de zijde van Willem I kozen en naar het Noorden vluchtten, verzette hij zich niet tegen de Belgische Revolutie en werd door het arrondissement Nijvel tot lid verkozen van het Nationaal Congres. Het belet niet dat hij zich aansloot bij de orangisten om tegen de eeuwige verbanning van de Nassaus te stemmen. De tussenkomst waarin hij zijn stelling verdedigde begon hij met de woorden: Vrijheid in alles en voor iedereen, geen privilegies maar ook geen uitsluitingen, dit zijn de principes die moeten overwinnen. Baillet was tamelijk actief, maar toen hij vaststelde dat hij weinig kon bereiken en tot een kleine minderheid behoorde, nam hij op 5 februari 1831 ontslag.
Hij legde zich later bij de nieuwe toestand neer en liet zich in 1832 verkiezen als katholiek senator voor het arrondissement Brussel. In 1839 werd hij senator voor het arrondissement Antwerpen en bleef dit tot in 1851. Hij werd ook ondervoorzitter van de Senaat. In 1836 werd hij als gevolmachtigd minister naar het Hof van Pruisen gestuurd, waar men België niet genegen was, omwille van de goede relaties die men met Den Haag onderhield. Baillet slaagde erin de relaties te verbeteren.
- F. DONNET, L'histoire d'un titre ou le premier comte de Baillet, in: Le Parchemin, 1959.
- Jacques VAN OFFELEN, Joseph de Baillet, in: Biographie nationale de Belgique, t. XXXIII, 1965-1966.
- Oscar COOMANS DE BRACHÈNE, État présent de la noblesse belge, Annuaire 1984, Brussel, 1984
Voorganger: ? |
Burgemeester van Graven ? - ? |
Opvolger: ? |