Kindsdeel
geldvordering voor kinderen bij wettelijke verdeling, Nederlands erfrecht / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Kindsdeel is een begrip dat de Nederlandse notaris gebruikt voor een in het recht niet bestaand erfenisdeel. Het gaat om de situatie dat een overledene een partner uit huwelijk of registratie nalaat en een of meer eigen kinderen, en er geen testament is gemaakt. Dan bepaalt de wet erfrecht, Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, dat de hele erfenis (nalatenschap) naar de langstlevende partner gaat, inclusief schulden. De kinderen van de overledene worden in de wet wel erfgenaam genoemd maar worden uitgesloten van het recht een deel van de erfenis bij overlijden te verkrijgen, de hoofdregel uit het erfrecht, saisineregel genoemd. Ze worden daarom juridisch geen mede-eigenaar (deelgenoot) van de erfgemeenschap, zoals gebruikelijk wanneer er meerdere erfgenamen zijn; ze ontvangen geen enkel deel van de erfenis of iets anders dat men feitelijk of juridisch als kindsdeel zou kunnen aanduiden. Het gaat dus om verwarrend en misleidend woordgebruik. In dit artikel wordt beschreven wat met het kindsdeel wordt bedoeld.
De kinderen van overledene krijgen een vordering op de langstlevende ter hoogte van de waarde van hun theoretisch erfdeel, uit te betalen in een geldbedrag. Deze vordering geeft echter niet, zoals gebruikelijk bij voorderingen uit het vermogensrecht, het recht het hele bedrag op te eisen en daarvoor zo nodig naar de rechter te gaan. Er kan namelijk pas worden ingevorderd bij overlijden, faillissement of schuldsanering van de langstlevende partner en dan bestaat alleen recht op uitbetaling voorzover er nog iets over is van de nalatenschap, tot maximaal de hoogte van het theoretische erfdeel, plus rente. Want de langstlevende mag volledig interen op het verkregen nalatenschapsvermogen.[1]
De regeling staat in artikel 13 e.v. van Boek 4 Burgerlijk Wetboek en wordt ook wettelijke verdeling genoemd, maar er wordt, zoals hiervoor uitgelegd, dus niets verdeeld. Het is mogelijk hier bij testament van af te wijken, zijn bij testament langstlevende partner en één of meer kinderen als erfgenaam benoemd, moet er wel verdeeld worden. De verdeling kan namelijk bij testament niet rechtsgeldig in handen van één persoon worden gelegd omdat het erfrecht geen uiterste wilsbeschikking kent (zie: Afwikkelingsbewind).