Koeler (laboratoriumglaswerk)
laboratoriumglaswerk / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Een koeler of condensor of condenser is een type laboratoriumglaswerk dat gebruikt wordt om hete gassen, dampen of vloeistoffen af te koelen. De meest algemene opbouw van een koeler is een holle glazen buis (meestal kolom genoemd) met daarin een dunnere holle glazen buis. De tussenruimte wordt gebruikt om een koelmiddel (meestal koud water) door te laten stromen. Dat gebeurt middels twee kleine buisjes, waaraan een waterslang kan gekoppeld worden. De ene dient om het koelwater binnen te laten, de andere om het weer buiten te laten stromen. In de dunne glazen buis stromen de hete dampen of vloeistoffen, die door indirect contact met het koude water afkoelen (of voor gassen: condenseren).
Algemene opbouw van een koeler:
De blauwe pijlen geven de stroomrichting van het koelwater weer, de rode pijlen de stroomrichting van de condenserende gassen. |
De uiteinden van de glazen buizen zijn samengesmolten, zodat het koelmiddel geen rechtstreeks contact maakt met de te condenseren gassen. De uiteinden bezitten meestal ook een slijpstuk, waardoor ze op andere stukken glaswerk kunnen gemonteerd worden.
Soms worden meerdere koelers aan elkaar gekoppeld. Dat wordt gedaan om bepaalde moeilijk condenseerbare gassen meer tijd te geven om te condenseren. Andere koelers, zoals de vigreuxkolom, maken gebruik van een ander soort binnenwerk om het contactoppervlak te vergroten.