Koningin Wilhelmina in de Tweede Wereldoorlog
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Koningin Wilhelmina der Nederlanden week aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, tijdens de Duitse aanval op Nederland in mei 1940, op advies van opperbevelhebber van de strijdkrachten generaal Henri Winkelman uit naar Londen.[1][2] Daar verbleef zij gedurende het verdere verloop van de oorlog met de Nederlandse regering in ballingschap. Vrijwel alle Engelandvaarders werden door haar persoonlijk ontvangen. Zij wilde geen vrede met nazi-Duitsland en bewerkstelligde het vertrek van minister-president Dirk Jan de Geer. Door haar toespraken via Radio Oranje groeide zij uit tot een symbool van het verzet.[3]
In 1942 tijdens een bezoek aan de Verenigde Staten had zij een ontmoeting met president Roosevelt en sprak ze het Amerikaans Congres toe. Wilhelmina kwam regelmatig in conflict met ministers van de Londense kabinetten, in het bijzonder met de opvolger van De Geer, minister-president Pieter Gerbrandy, over de door haar gewenste vernieuwing en het ontwerpbesluit Tijdelijke Voorziening Staten-Generaal.[4][5] Op 13 maart 1945 keerde zij voor het eerst terug naar Nederland. Na de bevrijding in mei 1945 keerde Wilhelmina definitief terug naar Nederland.