Lawrence v. Texas
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Lawrence v. Texas was een rechtszaak die werd aangespannen bij het Amerikaanse Hooggerechtshof in 2002, als gevolg waarvan een meerderheid van zes van haar negen rechters in 2003 bepaalden dat Texaanse sodomiewetgeving, die er voornamelijk voor bedoeld was geslachtsverkeer tussen mannen te verbieden, ongrondwettelijk was. Het vonnis vernietigde een eerdere uitspraak van hetzelfde Hof uit 1986 en verklaarde het grondwettelijke recht op een privéleven van toepassing op geslachtsgemeenschap in de privésfeer.
Lawrence v Texas | ||
---|---|---|
Datum | Behandeld vanaf: 26 maart 2003 Vonnis uitgesproken: 26 juni 2003 | |
Uitspraak | Het verbieden van vrijwillig geslachtsverkeer tussen volwassen mannen is in strijd met het non-discriminatiebeginsel van het veertiende amendement van de Amerikaanse grondwet. | |
Rechters | William Rehnquist (opperrechter), John Paul Stevens, Sandra Day O'Connor, Antonin Scalia, Anthony Kennedy, David Souter, Clarence Thomas, Ruth Bader Ginsburg, Stephen Breyer |
Het Hooggerechtshof vonniste dat vrijwillig geslachtsverkeer tussen volwassenen de bescherming genoot van het Veertiende Amendement van de Grondwet van de Verenigde Staten, dat een non-discriminatieprincipe behelst en bovendien vereist dat de overheid burgers niet zonder goede reden in hun privésfeer kan aantasten. Als gevolg van de rechtszaak werden wetten met vergelijkbare strekking als de Texaanse wetgeving in andere staten ontoepasbaar. De uitspraak werd verwelkomd door belangenorganisaties voor homoseksuelen, maar bekritiseerd door vele religieus-conservatieve groeperingen.